- opdoen
- {{opdoen}}{{/term}}1 [verwerven] gain ⇒ get2 [oplopen] catch3 [op iets zetten] put on4 [vernemen] learn ⇒ hear5 [aanbrengen] apply ⇒ put on6 [rechtop, overeind zetten] set/stand on end♦voorbeelden:1 nieuwe energie opdoen • regain one's energyervaring/inspiratie opdoen • gain experience/inspirationkennis opdoen • acquire knowledge2 een verkoudheid opdoen • catch a cold3 doe je muts op • put your hat on4 waar heb je dat opgedaan? • where did you hear/learn that?5 parfum opdoen • put on perfume6 zijn kraag opdoen • turn one's collar up
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.